Columns

[Columns][grids]

Today in...

[Today][threecolumns]

News

[News][bleft]

Live

[Live][threecolumns]

De gitarist


John Lennon en z’n vrienden moeten vreemd hebben opgekeken, als de linkshandige McCartney een rechtshandige gitaar op z’n kop draait en vervolgens feilloos Eddie Cochran’s Twenty Flight Rock speelt. Hij maakt indruk tijdens die eerste ontmoeting in 1957, want een kleine twee weken later wordt de 15-jarige McCartney aangenomen als lead gitarist van Lennons band The Quarrymen.




Het is echter een carrière van heel korte duur.  Al bij zijn eerste optreden met de band krijgt McCartney last van zenuwen en met alle aandacht van het publiek op hem gericht gaat zijn allereerste gitaarsolo op een podium volledig de mist in. En dat hakt er in; het zal uiteindelijk meer dan dertig jaar duren voordat iemand McCartney live een gitaarsolo ziet weggeven. Pas tijdens de World Tour van 1989 durft hij het aan en ook dan gaat het een keer mis, tijdens een uitvoering van Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band. Als hij merkt dat het publiek het hem ter plekke vergeeft, houdt hij deze misser als gimmick erin. 


Het was toch echt zijn jongensdroom om een gitarist te worden. Dat hij uiteindelijk de bassist van The Beatles werd, was tegen wil en dank: niemand anders wilde die rol op zich nemen. Toch is hij bij The Beatles regelmatig te horen als lead gitarist. De bekendste voorbeelden zijn George Harrison’s ‘Taxman’, Lennons ‘Good Morning, Good Morning’ en zijn eigen ‘Helter Skelter’. En dan is er natuurlijk het slotstuk ‘The End’ van het album ‘Abbey Road’, waar McCartney, Harrison en Lennon in een lange solo elkaar om de twee maten afwisselen. 



In de tweede helft van de jaren zestig begint McCartney steeds meer plezier te krijgen in het bassen, en dat leidt er toe dat hij steeds minder te horen is als gitarist. Gedurende zijn hele periode met Wings laat hij al het gitaarwerk over aan de andere bandleden: Henry McCullough, Jimmy McCulloch, Laurence Juber en Denny Laine.  Alleen op het album ‘Band on the Run’ is McCartney op elektrische gitaar te horen, omdat McCullough de band vlak voor de opnames heeft verlaten en er op korte termijn geen vervanging te regelen is.
Ook als soloartiest laat hij het werk graag aan anderen over, zoals aan goede vriend en Pink Floyd-gitarist David Gilmour. Het is daarom zoeken naar liedjes waarop McCartney de leadgitaar voor zijn rekening neemt. Het makkelijkst zijn die natuurlijk te vinden op de drie ‘one-man-band’-albums ‘McCartney I’, ‘McCartney II’ en ‘Chaos and Creation in the Backyard’. Van dit album springt zijn gitaarwerk op het nummer ‘Promise To Your Girl’ eruit:


Moeilijker wordt het met het overige solo werk, simpelweg omdat het vaak niet duidelijk is wie de leadgitarist is. Eén van zijn betere solo’s is te horen op ‘House of Wax’ van de cd ‘Memory Almost Full’ uit 2007. Op het album ‘Tug of War’ (1982) is een geweldige, akoestische, solo te vinden op het nummer ‘Dress Me Up As A Robber’. En zeker noemenswaardig is zijn solo op de single ‘Once Upon A Long Ago’ (1987):


Dat McCartney zo weinig op elektrische gitaar te horen is, komt blijkbaar omdat hij zichzelf niet zo hoog inschat: “Ik heb zo mijn twijfels. Volgens mij zijn er goede gitaristen en er zijn mensen zoals ik die het gewoon leuk vinden om te spelen”. Maar daar is niet iedereen het mee eens; Beatles producer George Martin roemt hem als een briljant gitarist. En als het gaat om zijn werk op de akoestische gitaar heeft hij zijn sporen zeker verdient. Zo is het nummer ‘Blackbird’ inmiddels wereldwijd verplichte kost tijdens gitaarles.




Je kunt bij McCartney moeilijk spreken van een duidelijk herkenbare stijl. Hij is geen Clapton, Santana of BB King die je al herkent ondanks dat je een liedje nooit eerder hebt gehoord. Daarvoor heeft hij zich te weinig als lead gitarist geprofileerd. Maar je kan wel stellen dat hij een behoorlijk rauw geluid heeft. En daar ligt ook zijn voorkeur. Je zou het niet van hem verwachten, maar hij heeft een voorliefde voor heavy metal-gitaristen, Eddie van Halen behoort tot zijn favorieten. En de man die hij het meest bewonderd is Jimi Hendrix, die hij tegenwoordig eert tijdens zijn live concerten. Want het mag dan dertig jaar geduurd hebben, voor een Hendrix-solo draait hij live zijn hand niet meer om.


André Homan

André Homan is a Dutch writer and journalist.

Post A Comment
  • Blogger Comment using Blogger
  • Facebook Comment using Facebook
  • Disqus Comment using Disqus

Geen opmerkingen :


Albums

[Albums][twocolumns]

Songs

[Singles][threecolumns]